Verslag – Fietsen voor Ronald Mac Donald – 24 uur 500 kilometer


Fietsen voor Ronald Mac Donald, wij stappen op voor het huis in Groningen. 24 uur 500 kilometer. De aanleiding, nou ja, heel Boksum weet ondertussen van Loek, ik, nou, ik heb op de website van Homeride wat opgeschreven. Als je plotsklaps in het UMCG ligt dan is het heel fijn dat er om de hoek een Ronald Mac Donald huis zit. In december voor de kerstdagen kregen we een kerstkaart van hen en daarbij zat een informatiefolder over homeride. Als sportman was ik daar ondanks alles meteen enthousiast over. Op 23 december via marktplaats een racefiets gekocht. Mijn held en grote vriend Jort stond met raad en daad klaar over wat voor fiets ik zou moeten kopen. Het werd een BMC, Zwitserse kwaliteit.

De groep, het team, de ploeg, hoe ga ik dat voor elkaar krijgen, het is de bedoeling om een team te formeren en dan sponsorgeld op te halen. Een deelnemer had ik al, de initiatiefnemer, he dat ben ik zelf. Maar waar haal je andere enthousiastelingen vandaan, wie ken ik? Wie zou er met me mee willen. Ik ben over iedere deelnemer verrast, Wil jij mee? Om te beginnen collega’s Sjoerd Dijkman, Rudi van der Bos en Sander de Jong. Dan twee Survivalmannen Daniël Schmidt en Marcel Copini. Mijn bier en bitterballen vriend Richard van Aken en dan nog via Sjoerd, Sieger Jan Cuperus en Verdi Geurts een zwager van mijn andere bier en bitterballen vriend Wietse (de man komt uit Maasbree Limburg maar zag het wel zitten met een stel Friezen dit avontuur aan te gaan.) Negen mannen, allemaal recreatieve fietsers die gek genoeg zijn om 500 kilometer te gaan fietsen. Mijn broer Remon was nummer tien, totaal geen fietser, maar wel een 5e dan karate man. Na een paar tochten van 100 kilometer bleek het voor Remon geen haalbare kaart. Zo zie je maar, de helden zijn onder ons.

“Ut is mei sizzen net te dwaan”, een waarheid als een koe. Er is heel veel getraind door een ieder van ons. Corona bleek voor sommigen een zegen, meer thuis, meer tijd om te trainen. Zelf heb ik meer dan 4500 kilometer gefietst tussen 23 december en 26 juni. Twee keer hebben we als groep gefietst, Verdi liet het aan zich voorbij gaan, Maasbree, is maar 250 kilometer maar toch. Natuurlijk moest de Elfstedentocht gefietst worden, dit deden we op de eerste dag dat de terrassen weer open mochten. Jortsport.nl held, vriend en collega attendeerde me op de “pompebled300” 300 kilometer langs de buitengrenzen van It Fryskelân, dat was zeg maar onze generale repetitie. Toen hebben we geleerd, niet te snel starten, niet als een gek gaan fietsen als je wind mee hebt. Al doende leert men en na de 300 waren we er wel klaar voor.

Door Corona werd er geen tocht georganiseerd. Als team mochten we zelf een tocht maken, het werd een “homeride, home-edition” Van tevoren was dit een gedoe, welke route, hoe regelen we de verzorging, hoe komen we de nacht door. Eerst was de animo marginaal, 24 uur helpen en ondersteunen? Nou… Maar natuurlijk zijn er altijd mensen te vinden die het graag doen. De zwagers waren goed vertegenwoordigd, Sieger Jan en Richard vonden behulpzame familieleden. Sieger Jan bleek ook bijzonder handig in het maken van routes, van noord naar zuid, van zuid naar noord, Boksum-Boksum, het werd de laatste.

De tocht, 26 juni om klokslag 12 uur was het zover, het Hylaarderpaed af richting Jellum, so far so good! Tot aan Urk was het bekend terrein voor mij. Voor Verdi was dat niet zo, vlak voor Lemmer knalde hij frontaal op een paaltje. Een flinke klapper, wat een schrik, schaafwonden van enkel tot heup en ook van elleboog tot schouder. Echt zo’n knal dat je denkt; over en uit. Maar nee, de fiets was nog heel, Verdi schud eens met zijn hoofd en stapt weer op. Via Lemmer waar we een korte stop hadden door naar Creil. Op naar Zeewolde, 116 kilometer en de eerste serieuze stop. Familie en vrienden stonden ons op te wachten, gezellig en daardoor iets te lang gepauzeerd, en dan net als je weer op pad wil, een lekke band bij Van Aken, band snel verwisseld en op naar Wijk bij Duurstede, het zuidelijkste punt van onze route en woonplaats van Hajo, broer van Anne en dus mijn zwager (de zwagers waren goed vertegenwoordigd). Bij Hajo werden we vorstelijk ontvangen en wisten we de pauzetijd scherp te bewaken. Na de twee te lange stops zat de discipline in het team. Op naar Nijkerk, volgens mij was het toen 22.15 uur, lange kleren aan en de lampen op de fiets gezet. Apeldoorn was de volgende stop, daar staat Anne haar zus Agnes klaar met pannen pasta. Maar je moet er nog wel heen, een kilometer of 50 in het donker.

Onderweg hadden we wat tegenslag. Mister onverwoestbaar en levende legende Copini, had even een inzinking. Op zijn Santos Cross Lite had hij even een zwaar moment op waarschijnlijk het glooiende landschap van de Veluwe (het was donker, vandaar waarschijnlijk). Wat een man, na een duwtje in de rug en een krentenbol reed de man weer voorop. De andere tegenslag was een kapotte naaf, de fiets van Sander begaf het. We kunnen het nu over de inferieure Italiaanse kwaliteit hebben, echter Sieger Jan heeft dezelfde fiets en die trapte lekker door. 0.20 uur aan de pasta bij Agnes, het zal de naam zijn, maar ze had het geweldig voor elkaar en we zaten even gezellig op de veranda, Richard kreeg al zin in een biertje, dat hebben we maar niet gedaan. Sander stopte noodgedwongen met de rit, om half één in de nacht is er geen fietsenmaker meer te vinden. Zo gaan dingen, maar je baalt als een stekker.

Op naar Zwolle, dit vond ik persoonlijk het mooiste stuk, niet dat ik iets gezien heb, maar wat gezellig, knus gewoon, 8 manen op een fiets. Dwars door Deventer waar we aangemoedigd werden door de eerste stappers van 2021, ja het mocht weer. En dan rond 3.15 uur waren we in Zwolle, de stop bleek bij het RmD huis te zijn, daar stonden de vriendin en schoonzus van Verdi ons op te wachten, wat een ontvangst. Een beetje te gezellig, de tijd bewaken schoot er bij in. Maar we moeten door, Hoogeveen was de volgende stop. Na zoveel kilometers, we zaten bij Zwolle rond de 320 kilometer, werd het langs het kanaal richting Hoogeveen even zwaar, wat een end, ondertussen was het alweer licht. Gewoon doortrappen en op naar het roombroodje van Bakkerij Sybesma. Dan op 390 kilometer was er Ergens een stopmomentje, een paar pannenkoeken en door naar Groningen. Dat was ook een pittig stuk. Drenthe is mooi, maar op je racefiets over zand en schelpenpaadjes schiet niet op, de tijd, komen we op tijd in Boksum, 25 kilometer per uur was de planning, stopjes van een half uur of 10 minuten werden pauzes van drie kwartier en 10 minuten stoppen werd al gauw een kwartier. Voor Groningen dacht ik dat we het niet zouden redden, want, we rijden voor Groningen en daar zou Annemarie ons een stevig ontbijt voor zetten. Dan zit je niet met 30 minuten weer op de fiets. En dan, het is een wonderlijke wereld, Daniel Schmidt, de man van tranquilo en de mind-full running is er van overtuigd, we gaan het halen, wind mee en gas er op. Op naar Drachten, Verdi en Marcel reden veelal op kop en daar sloot Daniel zich bij aan. Stille Rudi, was ook nu stil maar de man trapt door. Wat een vent, heerlijk voorspelbaar, na 20 bier is Rudi een rustige jongen en na 430 kilometer hoor je hem nog steeds niet. Sjoerd was er de laatste 70 kilometer steeds meer van overtuigd dat hij in zou storten. We haalden Drachten in een wonderbaarlijk tempo, vrienden, collega’s, familie, we werden enthousiast onthaald. Sander stond met een geleende fiets op ons te wachten en ging mee op het laatste stuk. Snel een banaan en een krentenbol en op naar Boksum. Met de haven in zicht hadden we flink de vaart er in. Sjoerd was er steeds meer van overtuigd dat het moment van instorten nabij was. Een duwtje in de rug (letterlijk) streng toespreken en de man uit Dokkum hield stand. Langs Goutum om ons nog maar eens te laten toejuichen en toen was daar het 500 kilometer moment, vlak na het tunneltje op de Boksumerdyk. De 500 kilometer hadden we gehaald, nu de laatste kilometers naar Boksum, al high five-end en give-me-a-boks, fietsten we naar Boksum. Een rondje langs de Buorren en toen op het plein bij het dorpshuis een vorstelijk onthaal, wat een verrassing, wat leuk. Na 24 uur met elkaar op stap te zijn geweest verdween iedereen naar zijn of haar familie. Een biertje, een foto en dat was het. We hebben het gedaan! Best trots, beste leuk, best gezellig, volgend jaar weer. Wie wil er mee?

Door: Pascal Hartkamp